Om effectief naar onze milieudoelen toe te werken, hebben we ons Peak-programma opgezet. Dit programma helpt ons dichter bij onze Faber-ontwikkelingsdoelstellingen te komen: Klimaatactie (13), Verantwoorde consumptie (12) en Partnerschappen (17).

Verkleinen van onze voetafdruk

Traceerbaarheid van onze ladingdragers zorgt voor verbetering van het retourproces en de duurzaamheid

Ons doel

Projecten

Impactgebied 1 en 2:
CO2-uitstoot vermijden en circulariteit voor onze klanten verhogen

Nog meer CO2-uitstoot voorkomen in de supply chain van onze klanten. Deze vermeden uitstoot noemen we onze 'vermeden uitstoot/scope 4'-impact: we willen de door onze klanten gerealiseerde CO2-besparing maximaliseren door hen te laten te kiezen voor een poolingsysteem in plaats van een minder duurzaam alternatief (zoals eenmalige pallets).

– Ons bedrijf laten groeien en klanten helpen gebruik te maken van pooling in plaats van minder duurzame alternatieven zoals eenmalige ladingdragers.
– Innovaties op markten voor eenmalige ladingdragers introduceren, bijvoorbeeld RUDi: de herbruikbare display van IPP Duitsland.

Impactgebied 3:
Uitstoot door transport verminderen

Nog efficiënter worden, overstappen op schonere transporttypen en ons transportnetwerk optimaliseren.

– PAKi’s initiatief om lege ritten te voorkomen.
– IPP’s duurzame transportprogramma, dat bekroond is met de Europese Lean & Green-beoordeling met twee sterren.

Impactgebied 4:
Vermindering van de uitstoot door depotactiviteiten

Depotpartners spelen een cruciale rol in onze supply chain. Deze partners slaan onze ladingdragers op en sorteren en repareren ze. Ons doel is om depots te helpen duurzamer te worden en hun voetafdruk te verkleinen.

– De duurzaamheidsprestaties van onze (depot)leveranciers evalueren.

Impactgebied 5:
Duurzame inkoop

Wij zijn van mening dat partnerschappen en circulariteit essentieel zijn om onze klanten een effectief en duurzaam netwerk te kunnen bieden. Daarom creëren we een duurzame en ethische supply chain met sterke leveranciers en partners. Dit doen we door onze (nieuwe) leveranciers te stimuleren om actie te ondernemen en verbeteringen door te voeren op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijke onderwerpen, maar ook door middel van duurzame inkoop.

– Bedrijfsbreed project om duurzaamheid een integraal onderdeel te maken van het inkoopproces en de besluitvorming.
– Inkoop van gecertificeerd hout in 2023: PRS 78%, IPP 97% en PAKi 62%.
– Gedragscode ondertekend door meer dan de helft van alle belangrijkste leveranciers.

Impactgebied 6:
Het gebruik en de levensduur van onze ladingdragers verlengen

Verbetering van de levensduur van pallets is essentieel voor meer duurzaamheid. We kunnen de prestaties optimaliseren door het reparatieproces en de herbruikbaarheid te verbeteren. Digitalisering van middelen met behulp van onze Connected Load Carrier helpt ons zicht te houden op supply chains en deze te optimaliseren, waardoor het verliespercentage omlaag gaat. Unieke identifiers als RFID, QR en barcodes zorgen voor nog betere controle over het gebruik en de locatiebepaling van pallets.

– Groen PRS-label ter bevordering van palletretouren met converters.
– Connected Load Carrier om onze ladingdragers traceerbaar te maken.

Impactgebied 7:
Verwerking aan het einde van de levensduur

Ook al verlengen we de levensduur van ladingdragers: er komt uiteindelijk een dag dat ze het einde van hun leven bereiken. Ons doel is om ervoor te zorgen dat deze uit gebruik genomen ladingdragers op de best mogelijke manier worden verwerkt.

Andere duurzaamheidsdoelen en projecten

Naast ons Peak-programma willen we een hoge standaard hanteren voor het verminderen van de milieu-effecten van onze ondersteunende activiteiten, zoals onze kantoorgebouwen en ons wagenpark. Ook dragen we bij aan een duurzamere wereld door te doneren aan initiatieven voor het planten van bomen. Via deze initiatieven compenseren we een deel van onze CO2-voetafdruk.

– Werken aan duurzame en CO2-neutrale ondersteunende activiteiten, waaronder onze kantoren, leaseauto's, woon-werkverkeer van onze medewerkers en duurzame inkoop van kantoorartikelen.
– Land en natuur helpen herstellen door boomplantprogramma’s van Land Life Company te steunen, waarmee meer dan 25.000 bomen worden geplant in Europa.

Peak-programma
Ons Peak-programma is tweeledig. De eerste focus is om scope 4 (impactgebied 1 en 2) te vergroten en de tweede focus ligt op de vermindering van scope 1, 2 en 3 (impactgebied 3 tot en met 7). Elk impactgebied draagt bij aan ten minste één van de Faber-ontwikkelingsdoelstellingen. Het Peak-programma kent zeven impactgebieden die ons in staat stellen de CO2-voetafdruk te minimaliseren, hergebruik te maximaliseren en strategische partnerschappen aan te gaan om de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. In het overzicht op de volgende pagina is de voortgang per impactgebied te zien. Bekijk het duurzaamheidsverslag van 2022 voor een gedetailleerdere omschrijving van de projecten.

Absolute CO2-voetafdruk over 2023

Voetafdruk per divisie
In de grafieken zien we een algeheel kleinere voetafdruk bij onze divisies PRS, PAKi en Satim, maar een toename van de absolute CO2-uitstoot bij IPP en vPOOL. Vooral bij Satim is de verkleining van de voetafdruk aanzienlijk. Dit komt met name doordat er minder hout is gewonnen ten opzichte van voorgaande jaren. Aangezien het aantal trips toeneemt en we als bedrijf groeien, is het belangrijk om niet alleen naar de absolute voetafdruk te kijken, maar ook naar de voetafdruk per eenheid (per trip, barter of m3 hout). Dit is een betere indicator voor de verbeteringen die we realiseren in onze waardeketen. Voor PAKi, IPP en vPOOL zien we de voetafdruk stabiliseren ten opzichte van de voorgaande jaren. Voor PRS zien we een afname van de voetafdruk per trip en voor Satim een flinke toename van de voetafdruk per afgeleverde m3 hout. De belangrijkste oorzaak van de stijging bij Satim is het feit dat vrachtwagens langere afstanden moeten afleggen vanwege nieuwe houtkaplocaties, bijvoorbeeld in het noorden van Scandinavië, waar voor gekozen is vanwege de oorlog in Oekraïne.

Onze CO2-voetafdruk in 2023
In de twee taartdiagrammen over onze volledige voetafdruk voor 2023 is te zien dat de productie van nieuwe ladingdragers en transport (upstream en downstream) de grootste impact hebben. Slechts een zeer klein percentage is afkomstig uit scope 1 en 2 en ondersteunende activiteiten, zoals onze kantoorgebouwen.

De potentiële verkleining van de voetafdruk als gevolg van transportactiviteiten is duidelijk. Het is echter van belang om te benadrukken dat er een aanzienlijk potentieel voor verkleining van de voetafdruk bestaat door behoefte aan de aanschaf van nieuwe ladingdragers terug te dringen. Dit kan door het gebruik van de bestaande ladingdragerpool te optimaliseren door de rotatiesnelheid van ladingdragers te verhogen en uitval te voorkomen via digitalisering en tracering van ladingdragers. Ook de optimalisatie van de levensduur van ladingdragers door de juiste zorg, reparatie en onderhoud draagt hieraan bij. Hoe minder nieuwe ladingdragers we hoeven aan te schaffen, hoe minder impact we hebben als het gaat om de behoefte aan hout of andere materialen om dragers te produceren.

Onze CO2-voetafdruk in 2023
In de twee taartdiagrammen over onze volledige voetafdruk voor 2023 is te zien dat de productie van nieuwe ladingdragers en transport (upstream en downstream) de grootste impact hebben. Slechts een zeer klein percentage is afkomstig uit scope 1 en 2 en ondersteunende activiteiten, zoals onze kantoorgebouwen.

De potentiële verkleining van de voetafdruk als gevolg van transportactiviteiten is duidelijk. Het is echter van belang om te benadrukken dat er een aanzienlijk potentieel voor verkleining van de voetafdruk bestaat door behoefte aan de aanschaf van nieuwe ladingdragers terug te dringen. Dit kan door het gebruik van de bestaande ladingdragerpool te optimaliseren door de rotatiesnelheid van ladingdragers te verhogen en uitval te voorkomen via digitalisering en tracering van ladingdragers. Ook de optimalisatie van de levensduur van ladingdragers door de juiste zorg, reparatie en onderhoud draagt hieraan bij. Hoe minder nieuwe ladingdragers we hoeven aan te schaffen, hoe minder impact we hebben als het gaat om de behoefte aan hout of andere materialen om dragers te produceren.

Scope 3: alle andere indirecte uitstoot. Uitstoot in de waardeketen van de organisatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen upstream-uitstoot en downstream-uitstoot.

Scope 2: indirecte uitstoot.
De CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt door de productie van de elektriciteit die wij inkopen en vervolgens gebruiken in onze eigen kantoorgebouwen of bedrijfswagens.

Scope 1: directe uitstoot.
De uitstoot die wordt veroorzaakt door onze kantoorgebouwen en bedrijfswagens. Voorbeelden zijn het gasverbruik voor verwarming en brandstofverbruik van bedrijfswagens.

We hebben alle relevante GHG-protocolcategorieën in kaart gebracht in ons bedrijfsmodel en gevisualiseerd in het onderstaande overzicht. In dit overzicht maken we onderscheid tussen ondersteunende activiteiten (ons kantoor en onze medewerkers) en de poolingactiviteiten.

Een van onze aandachtspunten is een betere kwaliteit van onze milieugegevens. Daarom zijn we continu bezig met hoe we gegevens kunnen krijgen die nog nauwkeuriger en nog representatiever zijn. Een van de manieren om dat te bereiken, is door jaarlijks een interne audit uit te voeren van de duurzaamheidsgegevens. Deze audit levert waardevolle input op waarmee we de gegevenskwaliteit steeds verder kunnen verbeteren. Vorig jaar verbeterden we onze gegevens aan de hand van de LCA’s die we hebben uitgevoerd. Ook zijn onze basisjaarberekeningen enigszins aangepast op basis van de nieuw verkregen inzichten.

Onze impact
De afgelopen drie jaar hebben we onze bedrijfsbrede voetafdruk gemeten voor alle drie de scopes van het Greenhouse Gas Protocol (GHG). De volgende stap is kwantificatie van onze scope 4. Dit doen we onder andere door middel van vergelijkende levenscyclusanalyses van onze belangrijkste ladingdragerdiensten. De resultaten van deze LCA’s staan in hoofdstuk 4 van dit verslag.

Om effectief naar onze milieudoelen toe te werken, hebben we ons Peak-programma opgezet. Dit programma helpt ons dichter bij onze Faber-ontwikkelingsdoelstellingen te komen: Klimaatactie (13), Verantwoorde consumptie (12) en Partnerschappen (17).

Verkleinen van onze voetafdruk

Traceerbaarheid van onze ladingdragers zorgt voor verbetering van het retourproces en de duurzaamheid

Ons doel

Projecten

Impactgebied 1 en 2:
CO2-uitstoot vermijden en circulariteit voor onze klanten verhogen

Nog meer CO2-uitstoot voorkomen in de supply chain van onze klanten. Deze vermeden uitstoot noemen we onze 'vermeden uitstoot/scope 4'-impact: we willen de door onze klanten gerealiseerde CO2-besparing maximaliseren door hen te laten te kiezen voor een poolingsysteem in plaats van een minder duurzaam alternatief (zoals eenmalige pallets).

– Ons bedrijf laten groeien en klanten helpen gebruik te maken van pooling in plaats van minder duurzame alternatieven zoals eenmalige ladingdragers.
– Innovaties op markten voor eenmalige ladingdragers introduceren, bijvoorbeeld RUDi: de herbruikbare display van IPP Duitsland.

Impactgebied 3:
Uitstoot door transport verminderen

Nog efficiënter worden, overstappen op schonere transporttypen en ons transportnetwerk optimaliseren.

– PAKi’s initiatief om lege ritten te voorkomen.
– IPP’s duurzame transportprogramma, dat bekroond is met de Europese Lean & Green-beoordeling met twee sterren.

Impactgebied 4:
Vermindering van de uitstoot door depotactiviteiten

Depotpartners spelen een cruciale rol in onze supply chain. Deze partners slaan onze ladingdragers op en sorteren en repareren ze. Ons doel is om depots te helpen duurzamer te worden en hun voetafdruk te verkleinen.

– De duurzaamheidsprestaties van onze (depot)leveranciers evalueren.

Impactgebied 5:
Duurzame inkoop

Wij zijn van mening dat partnerschappen en circulariteit essentieel zijn om onze klanten een effectief en duurzaam netwerk te kunnen bieden. Daarom creëren we een duurzame en ethische supply chain met sterke leveranciers en partners. Dit doen we door onze (nieuwe) leveranciers te stimuleren om actie te ondernemen en verbeteringen door te voeren op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijke onderwerpen, maar ook door middel van duurzame inkoop.

– Bedrijfsbreed project om duurzaamheid een integraal onderdeel te maken van het inkoopproces en de besluitvorming.
– Inkoop van gecertificeerd hout in 2023: PRS 78%, IPP 97% en PAKi 62%.
– Gedragscode ondertekend door meer dan de helft van alle belangrijkste leveranciers.

Impactgebied 6:
Het gebruik en de levensduur van onze ladingdragers verlengen

Verbetering van de levensduur van pallets is essentieel voor meer duurzaamheid. We kunnen de prestaties optimaliseren door het reparatieproces en de herbruikbaarheid te verbeteren. Digitalisering van middelen met behulp van onze Connected Load Carrier helpt ons zicht te houden op supply chains en deze te optimaliseren, waardoor het verliespercentage omlaag gaat. Unieke identifiers als RFID, QR en barcodes zorgen voor nog betere controle over het gebruik en de locatiebepaling van pallets.

– Groen PRS-label ter bevordering van palletretouren met converters.
– Connected Load Carrier om onze ladingdragers traceerbaar te maken.

Impactgebied 7:
Verwerking aan het einde van de levensduur

Ook al verlengen we de levensduur van ladingdragers: er komt uiteindelijk een dag dat ze het einde van hun leven bereiken. Ons doel is om ervoor te zorgen dat deze uit gebruik genomen ladingdragers op de best mogelijke manier worden verwerkt.

Andere duurzaamheidsdoelen en projecten

Naast ons Peak-programma willen we een hoge standaard hanteren voor het verminderen van de milieu-effecten van onze ondersteunende activiteiten, zoals onze kantoorgebouwen en ons wagenpark. Ook dragen we bij aan een duurzamere wereld door te doneren aan initiatieven voor het planten van bomen. Via deze initiatieven compenseren we een deel van onze CO2-voetafdruk.

– Werken aan duurzame en CO2-neutrale ondersteunende activiteiten, waaronder onze kantoren, leaseauto's, woon-werkverkeer van onze medewerkers en duurzame inkoop van kantoorartikelen.
– Land en natuur helpen herstellen door boomplantprogramma’s van Land Life Company te steunen, waarmee meer dan 25.000 bomen worden geplant in Europa.

Peak-programma
Ons Peak-programma is tweeledig. De eerste focus is om scope 4 (impactgebied 1 en 2) te vergroten en de tweede focus ligt op de vermindering van scope 1, 2 en 3 (impactgebied 3 tot en met 7). Elk impactgebied draagt bij aan ten minste één van de Faber-ontwikkelingsdoelstellingen. Het Peak-programma kent zeven impactgebieden die ons in staat stellen de CO2-voetafdruk te minimaliseren, hergebruik te maximaliseren en strategische partnerschappen aan te gaan om de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. In het overzicht op de volgende pagina is de voortgang per impactgebied te zien. Bekijk het duurzaamheidsverslag van 2022 voor een gedetailleerdere omschrijving van de projecten.

Voetafdruk per divisie
In de grafieken zien we een algeheel kleinere voetafdruk bij onze divisies PRS, PAKi en Satim, maar een toename van de absolute CO2-uitstoot bij IPP en vPOOL. Vooral bij Satim is de verkleining van de voetafdruk aanzienlijk. Dit komt met name doordat er minder hout is gewonnen ten opzichte van voorgaande jaren. Aangezien het aantal trips toeneemt en we als bedrijf groeien, is het belangrijk om niet alleen naar de absolute voetafdruk te kijken, maar ook naar de voetafdruk per eenheid (per trip, barter of m3 hout). Dit is een betere indicator voor de verbeteringen die we realiseren in onze waardeketen. Voor PAKi, IPP en vPOOL zien we de voetafdruk stabiliseren ten opzichte van de voorgaande jaren. Voor PRS zien we een afname van de voetafdruk per trip en voor Satim een flinke toename van de voetafdruk per afgeleverde m3 hout. De belangrijkste oorzaak van de stijging bij Satim is het feit dat vrachtwagens langere afstanden moeten afleggen vanwege nieuwe houtkaplocaties, bijvoorbeeld in het noorden van Scandinavië, waar voor gekozen is vanwege de oorlog in Oekraïne.

Absolute CO2-voetafdruk over 2023

Onze CO2-voetafdruk in 2023
In de twee taartdiagrammen over onze volledige voetafdruk voor 2023 is te zien dat de productie van nieuwe ladingdragers en transport (upstream en downstream) de grootste impact hebben. Slechts een zeer klein percentage is afkomstig uit scope 1 en 2 en ondersteunende activiteiten, zoals onze kantoorgebouwen.

De potentiële verkleining van de voetafdruk als gevolg van transportactiviteiten is duidelijk. Het is echter van belang om te benadrukken dat er een aanzienlijk potentieel voor verkleining van de voetafdruk bestaat door behoefte aan de aanschaf van nieuwe ladingdragers terug te dringen. Dit kan door het gebruik van de bestaande ladingdragerpool te optimaliseren door de rotatiesnelheid van ladingdragers te verhogen en uitval te voorkomen via digitalisering en tracering van ladingdragers. Ook de optimalisatie van de levensduur van ladingdragers door de juiste zorg, reparatie en onderhoud draagt hieraan bij. Hoe minder nieuwe ladingdragers we hoeven aan te schaffen, hoe minder impact we hebben als het gaat om de behoefte aan hout of andere materialen om dragers te produceren.

We hebben alle relevante GHG-protocolcategorieën in kaart gebracht in ons bedrijfsmodel en gevisualiseerd in het onderstaande overzicht. In dit overzicht maken we onderscheid tussen ondersteunende activiteiten (ons kantoor en onze medewerkers) en de poolingactiviteiten.

Een van onze aandachtspunten is een betere kwaliteit van onze milieugegevens. Daarom zijn we continu bezig met hoe we gegevens kunnen krijgen die nog nauwkeuriger en nog representatiever zijn. Een van de manieren om dat te bereiken, is door jaarlijks een interne audit uit te voeren van de duurzaamheidsgegevens. Deze audit levert waardevolle input op waarmee we de gegevenskwaliteit steeds verder kunnen verbeteren. Vorig jaar verbeterden we onze gegevens aan de hand van de LCA’s die we hebben uitgevoerd. Ook zijn onze basisjaarberekeningen enigszins aangepast op basis van de nieuw verkregen inzichten.

Scope 3: alle andere indirecte uitstoot. Uitstoot in de waardeketen van de organisatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen upstream-uitstoot en downstream-uitstoot.

Scope 2: indirecte uitstoot.
De CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt door de productie van de elektriciteit die wij inkopen en vervolgens gebruiken in onze eigen kantoorgebouwen of bedrijfswagens.

Scope 1: directe uitstoot.
De uitstoot die wordt veroorzaakt door onze kantoorgebouwen en bedrijfswagens. Voorbeelden zijn het gasverbruik voor verwarming en brandstofverbruik van bedrijfswagens.

Onze impact
De afgelopen drie jaar hebben we onze bedrijfsbrede voetafdruk gemeten voor alle drie de scopes van het Greenhouse Gas Protocol (GHG). De volgende stap is kwantificatie van onze scope 4. Dit doen we onder andere door middel van vergelijkende levenscyclusanalyses van onze belangrijkste ladingdragerdiensten. De resultaten van deze LCA’s staan in hoofdstuk 4 van dit verslag.